Union – Ajax, een wedstrijd die grotendeels werd gekenmerkt door een verschrikkelijk veld, maar die, mede door de verrassende keuzes van Farioli, ook tactisch interessant was. De structuur van het team was enigszins gewijzigd, wat de wedstrijd extra intrigerend maakte. In dit stuk ga ik dieper in op deze gewijzigde structuur en bespreek ik de voordelen, nadelen en overwegingen van Farioli.
Allereerst: wat was de structuur van Ajax in deze wedstrijd? Eigenlijk zijn er twee grote verschuivingen te onderscheiden: het spelen zonder echte spits (waarbij Berghuis naar het middenveld verschoof) en een gewijzigde opbouwstructuur met Klaassen als nummer 6. Ik zal beide aspecten nader bekijken om meer context te geven aan de keuzes en de consequenties ervan.

Berghuis als valse spits
Met het wegvallen van Weghorst zit Farioli met een probleem en moet hij, in wedstrijden waarin hij geen beroep wil of kan doen op Brobbey, op zoek naar een alternatief. Dat alternatief vindt hij in deze wedstrijd in de vorm van Berghuis. Toch zit er meer achter deze keuze dan pure noodzaak; het heeft ook met Union te maken.
Union speelt in een 5-3-2-systeem, waarbij de wingbacks vaak doordekken op de backs van Ajax. Tegelijkertijd zijn de buitenste centrale verdedigers verantwoordelijk voor de buitenspelers van de tegenstander, terwijl de meest centrale verdediger de spits oppakt. Die centrale verdediger is meestal Burgess. De Engelsman blinkt niet uit in wendbaarheid en durft vaak niet makkelijk door te dekken. Door Berghuis op die positie te zetten, hoopt Farioli hiervan te profiteren.

In het eerste gedeelte van de wedstrijd zie je regelmatig dat Burgess niet doordekt. Naarmate de wedstrijd vordert, zijn er echter momenten waarop de Engelsman dit wél doet. Het nadeel voor Union is dat hij dit enorm ongecontroleerd uitvoert, waardoor er grote gaten op het veld ontstaan.
Dit is precies waar Ajax op hoopte, want de geboden ruimtes sluiten perfect aan bij hun speelstijl. Met name via diepteballen richting de vleugels, waar de passlijn open komt te liggen, ontstaan er kansen. Dit wordt verder versterkt door de goede loopacties van zowel Rasmussen als Edvardsen. Bij vlagen valt de gehele verdediging van Union uiteen, mede doordat de controle over het buitenspel zetten verdwijnt zodra Burgess uit de laatste linie stapt.

Toch heeft deze aanpak ook een keerzijde: op bepaalde momenten heeft Ajax een gebrekkige bezetting in de voorste linie. Dit doet zich meermaals voor, vooral wanneer Ajax gedwongen wordt de lange bal te spelen. Deze ballen worden voornamelijk naar de zijkanten gericht, maar daar ontbreekt vaak de ondersteuning voor een tweede bal.
Daarnaast ontbreekt het bij langdurig balbezit op de helft van de tegenstander aan spelers in en rond de zestien die écht diep lopen vanuit het centrum. Rasmussen en Edvardsen proberen dit vanaf de zijkanten te compenseren, maar extra diepgang vanuit het centrum zou het spel op sommige momenten hebben vergemakkelijkt.

Uiteindelijk bleek dit een sterke zet van Farioli. Deze keuze zorgde er namelijk voor dat Ajax, ondanks het slechte veld en het gemis van Brobbey, regelmatig tot kansen kwam. Daarnaast verdient ook Berghuis complimenten, omdat hij feilloos de juiste ruimtes wist te vinden om in te bewegen.
Zo kun je van een nood een deugd maken, en dat heeft Farioli in dit geval overtuigend bewezen.
Klaassen als nummer 6 en gewijzigde opbouwstructuur
Aan de andere kant koos Farioli, in tegenstelling tot wat hij vooraf aangaf, niet voor Mokio als nummer 6, maar voor Klaassen. De logica hierachter ligt in de fysieke kwaliteiten van Klaassen ten opzichte van Mokio binnen het takenpakket van een nummer 6 bij Ajax.
Bij Ajax schuift de nummer 6, zoals inmiddels bekend, regelmatig terug in de laatste linie. Hoewel Mokio fysiek zeker niet zwak is, is Klaassen sterker in duels en met name kopsterker dan de jonge Belg. Daarom kiest Farioli voor Klaassen als nummer 6.

Toch beseft Farioli uiteraard ook dat deze keuze nadelen met zich meebrengt. Klaassen is namelijk géén spelverdeler en heeft daarom ondersteuning nodig om het spel vorm te geven. Die ondersteuning krijgt hij in de vorm van Mokio.
Ook deze keuze is deels uit nood geboren (omdat er geen nummer 6 is die het takenpakket van Henderson kan vervullen), maar deels ook vanuit tactisch oogpunt. De manier waarop Union druk zet, is al geschetst: de backs dekken door op de backs van Ajax, de twee spitsen zetten de centrale verdedigers onder druk, en de middenvelders richten zich vooral op hun directe tegenstanders.
Farioli ziet hierin een kans om een voordeel te behalen. In plaats van de backs meer richting het centrum te laten bewegen, houdt hij ze in de eerste fase laag en breed. Hierdoor moeten de backs van Union ver doordekken, waardoor er achterin grote ruimtes ontstaan voor Ajax. Dit betekent wel dat iemand anders Klaassen moet ondersteunen bij de opbouw, en die rol neemt Mokio op zich – met veel klasse in deze wedstrijd.
Waar na de winterstop al zichtbaar was dat een van de aanvallende middenvelders Henderson bij momenten ondersteunde, is Mokio’s startpositie nu vaak al naast Klaassen, in plaats van dat hij daarheen beweegt. Tegelijkertijd kan Hato soms inschuiven in het centrum als daar ruimte ligt, bijvoorbeeld wanneer zijn tegenstander niet meebeweegt. Op deze manier spiegelt Ajax grotendeels waar de ruimtes tegen Union liggen, iets wat Twente eerder dit seizoen al succesvol demonstreerde.

Het enige nadeel van deze vorm is dat Ajax bij goed drukzetten van de tegenstander soms gedwongen wordt om de lange bal te spelen. Rasmussen en Edvardsen zijn hierin niet erg sterk, wat Ajax op bepaalde momenten parten speelde. Dit kwam echter slechts sporadisch voor. Al met al was dit een kleine tactische wijziging, maar wel een met een logische onderbouwing.
CONCLUSIE
Al met al een zeer knappe overwinning voor dit Ajax. Met een gerouleerd elftal wint Ajax uiteindelijk toch relatief eenvoudig van de Belgische nummer drie, en dat op een zeer slecht veld. Dit is mede te danken aan een aantal interessante tactische ingrepen van Farioli.

Geef een reactie