Ajax – Al Wasl

Het jonge Ajax speelde tegen Al Wasl, en ondanks dat de basiself van volgende week niet meededen (op misschien Berghuis en Godts na, maar die speelde een helftje om ritme op te doen), waren er toch wat opvallende dingen. Een iets korter verslag, maar toch vier punten die mij opvielen.

Mannsverk is een prima nummer 6

Mannsverk behoort binnen de huidige selectie tot de top vijf spelers qua spelintelligentie, wat ook zijn voornaamste kwaliteit is. Deze eigenschap is cruciaal als solo nummer 6 in de formatie van Farioli. Aangezien zijn rol in de opbouw voornamelijk draait om het zoeken naar overtalsituaties, kan Mannsverk hierin excelleren. Een mooi voorbeeld hiervan is de situatie waarbij Mannsverk aanvankelijk mee naar voren schuift, maar herkent dat zijn tegenstanders geen aandacht meer op hem heeft. Door twee passen naar achteren te zetten, maakt hij zichzelf aanspeelbaar en kan hij het spel gemakkelijk verplaatsen. Zie de 2 afbeeldingen. Dit lijkte hele simpele loopjes, maar is cruciaal om een opbouw te laten slagen.

Een kanttekening bij Mannsverk is dat hij qua atletisch vermogen tot de vijf minst atletische spelers van de huidige selectie behoort. Echter, doordat de ruimtes in het spelsysteem van Farioli klein zijn bij balbezit van de tegenstander, vormt dit een minder groot probleem en wordt deze zwakte enigszins verbloemd in de huidige wedstrijden. Daarnaast is hij fysiek zwakker en minder kopsterk dan bijvoorbeeld Henderson of Rosario. Op momenten dat hij moet terugzakken in de 5-4-1 op eigen helft, zijn deze spelers beter geschikt. Maar dankzij zijn spelintelligentie en de kleinere ruimtes kan Mannsverk zijn kwaliteiten steeds beter benutten.

Gaaei heeft kwaliteiten

Waar Gaaei het afgelopen seizoen extreem moeilijk had bij Ajax, zie je nu soms een glimp van de kwaliteiten die hij wel heeft en waarom Mislintat hem naar Ajax wilde halen. Gaaei heeft drie voorname kwaliteiten: gevoel voor ruimte (in de diepte), zijn lage voorzet en zijn drive. Deze kwaliteiten worden mooi zichtbaar bij de 2-0 van Ajax. Het mooie is namelijk dat Gaaei de bal eerst terug verovert door fanatiek en vol energie druk te zetten na een afgeslagen corner (zie afbeelding 1).

6 seconden laat, met dank aan het druk zetten belandt de bal uiteindelijk bij Godts, en Gaaei ziet het gat ontstaan waar hij in sprint. Deze overgave en het herkennen van de ruimte zijn kwaliteiten die niet veel spelers in de huidige selectie hebben en zijn cruciaal om ruimtes te creëren. Gaaei geeft uiteindelijk een fantastische voorzet af, wat een kwaliteit is die we al vaker van hem hebben gezien.

Al met al, door de speelwijze van Farioli, waarbij backs in de lage opbouw minder aangespeeld worden en meer de ruimte hebben om meerdere kanten op te draaien (en daardoor ook meer tijd hebben), kan Gaaei zomaar een serieuze concurrent worden voor Rensch. Met name in wedstrijden waarbij Ajax de tegenstander constant onder druk zet, kan hij met zijn kwaliteiten echt van meerwaarde zijn. Natuurlijk blijft Rensch beter op het moment dat er laag opgebouwd moet worden onder hoge druk, maar als er ruimte is op de helft van de tegenstander om diep te gaan, is Gaaei jouw man.

Bezetting bij voorzetten

Bij voorzetten van de zijkant is er een opvallend patroon te zien onder Farioli. Waar bij Van ’t Schip er vaak een gebrek aan mensen in de 16 meter was en bij Steijn de spelers vaak heel statisch stonden te wachten, is dit bij Farioli anders. Wat opvalt, is dat bij elke bal voor de goal de bezetting (min of meer) gelijk is. Er sprint altijd één speler naar de tweede paal, één speler naar de eerste paal en er staan er minimaal nog twee klaar om de 16 meter in te sprinten. Hierdoor zijn de meest belangrijke posities constant bezet. Natuurlijk kan dit alleen bij langdurig balbezit en als er genoeg spelers in de buurt van de goal zijn, maar het is opvallend om te zien. Het grootste voordeel van deze bezetting is dat de spelers bij de eerste en tweede paal de tegenstanders altijd weglokken, waardoor er vaak ruimte achter ontstaat (de blauwe cirkel), in dit voorbeeld profiteert van den Boomen hiervan met de goal. In de afbeelding hieronder is dat weergegeven, de rode lijnen geven aan waar de spelers van Ajax naar toe bewegen, en de zwarte lijnen wat dit tot gevolg heeft voor de spelers van de tegenstander.

In deze situatie met een voorzet van iets verder af, zie je nog steeds dezelfde loopacties richting de palen. Het meest opvallende hieraan is dat het Van den Boomen is die vol overgave naar de eerste paal sprint, terwijl Rijkhoff richting de tweede paal beweegt. Daarachter sprint Godts de 16 meter in om de ruimte daarachter te bezetten.

Rijkhoff moet nog wel stappen zetten

Rijkhoff is echt een talentvolle spits, maar het is op dit moment nog goed te begrijpen dat Ajax bij een vertrek van Akpom op zoek gaat naar een stand-in voor Brobbey. Ondanks zijn meevoetballende vermogen, zijn kwaliteiten aan de bal en zijn vermogen om druk te zetten op een tegenstander, ontbreken er nog wel een aantal cruciale kwaliteiten. Zo mist hij het killer instinct bij ballen voor de goal. In de eerste situatie geeft Sosa een voorzet, waarbij Rijkhoff te laat anticipeert, waardoor de tegenstander eenvoudig voor hem langs kan komen en de bal weg kan koppen. Op dit soort momenten moet hij zorgen dat hij eerder bij de bal is en zijn lichaam tussen hem en de tegenstander plaatst.

In de tweede situatie krijgt hij in enorm kansrijke positie de bal aangespeeld, maar besluit hij hem klaar te leggen (zwarte lijn), terwijl het een vrije schietkans op goal is (rode lijn). Dit soort situaties moeten een goal opleveren, en de grootste kans daarop is om zelf te schieten.

Deze momenten zijn iets waar Rijkhoff zich nog in moet ontwikkelen om echt in aanmerking te komen om eerste spits te worden bij Ajax 1. Geen schande natuurlijk op zijn leeftijd. Hij heeft namelijk bijzondere kwaliteiten in het voetballende vermogen, maar uiteindelijk word je als spits natuurlijk deels ook afgerekend op het aantal doelpunten. Daarnaast zal hij ook vaker slim met zijn lichaam om moeten gaan om duels te winnen, want die verliest hij toch nog onnodig vaak. Al met al, zeker een talentvolle spits, maar er is nog veel werk aan de winkel om Ajax 1-waardig te worden.

Conclusie

Het is altijd leuk om tijdens de voorbereiding een aantal jonge spelers aan het werk te zien. In de rest van het verhaal nog niet benoemd, maar Baas maakte op mij echt een enorm positieve indruk. Hij laat duidelijk zien dat hij enorme stappen heeft gezet en kreeg zelfs als verrassing nog de aanvoerdersband, een mooie beloning voor hem.